Zo’n tien jaar terug voor haar gevallen;
het duurde maar een maand of drie.
Toen kwamen drank en jaloezie
en achterklap de boel vergallen.
Op zich geen grond voor nostalgie
– zo ging het vroeg of laat met allen – maar het is vreemd nu ik de smalle
doodkist in deze aula zie.
Iets wat ik nooit geheel aanvaardde
blijkt plotseling ontstellend echt:
Dat ook door mij beminde vrouwen
verdwijnen in de natte aarde,
de handen op de borst gevouwen,
de voeten naast elkaar gelegd.