voor Geeske
Je sliep, je droomde, glimlachte en zei:
“no I don’t care”, gevolgd door een gekir, een meisjesachtig giechelen.
Dit was zo duidelijk als wat.
Hier was een engelsman in ’t spel
die zekere voorstellen deed waarop
werd ingegaan. In elk geval
was ik het niet.
Ik spreek nooit engels in je slaap.
Proefondervindelijk gaan wij
te werk, dacht ik, dan weten we straks meer
en ik begon je borst
zo engels mogelijk te strelen. En inderdaad
’t geluid ging over in een zacht zingen, een gekreun, een situatie
die ik zo had kunnen laten.
Maar ik wilde zekerheid en wreef
over je broekje met dezelfde hand
uit Engeland.
Nu rende je weg, je vluchtte lachend
maar je vluchtte, je trappelde
je benen bloot. Dus onze vriend
van overzee was nu te ver gegaan;
dat bleek.
Je zuchtte, draaide je om naar mij
en zei mijn naam daarbij
en ik besloot je nu maar verder
te laten zweven tussen ruimte en tijd
maar fluisterde nog in je oor: “We’ll
never meet again.” Voor alle zekerheid.